Flora en vegetatie
Onder andere in het kader van de Subsidieregeling Natuur en Landschap en Natura 2000 wordt floraonderzoek uitgevoerd. Floraonderzoek in Natura 2000-gebieden bestaat over het algemeen uit onderzoek naar specifieke plantensoorten. Naast soorteninventarisaties kunnen ook vegetaties gekarteerd worden. Vegetatiekarteringen leveren belangrijke informatie voor het toetsen van beheerdoelen en het monitoren van ontwikkelingen in een natuurgebied.
De volgende werkzaamheden kan Staring Advies voor u uitvoeren:
Onderzoek
- Uitvoeren van soorteninventarisaties
- Uitvoeren van vegetatiekarteringen
Advisering en rapportage
- Ontheffingsaanvraag Wet natuurbescherming
- Mitigatie- en/of compensatieplan
- Ecologisch werkprotocol
- Mitigerende- en/of compenserende maatregelen
- Advisering over invasieve, uitheemse plantensoorten
- Advisering over inheemse plaagsoorten
- Inrichtings- en beheerplannen
Voorbeeldprojecten
Natuurtoets Engbertsdijkvenen
Locatie: Engbertsdijkvenen
Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied
Dienst Landelijk Gebied was van plan om landbouwpercelen in te richten als bufferzones ten behoeve van de hoogveenkern in het Natura 2000-gebied Engbertsdijkvenen. Het ging om verspreid liggende percelen in de randzone van het hoogveengebied, met een totale oppervlakte van 91 hectare. Om dit mogelijk te maken zonder negatieve effecten op aanwezige flora en fauna, was het van belang een goede indruk te krijgen van de aanwezige beschermde en bijzondere natuurwaarden op de percelen. Dienst Landelijk Gebied heeft Staring Advies gevraagd een natuuronderzoek uit te voeren in de vorm van een uitgebreide quickscan. Tijdens de uitvoering van het natuuronderzoek is het voorkomen van beschermde soorten planten en dieren, waaronder flora, op de locatie nagegaan. In enkele percelen zijn groeiplaatsen van beschermde of Rode Lijstsoorten aangetroffen. Er is 1 licht beschermde plantensoort aangetroffen: koningsvaren. Daarnaast zijn 3 strenger beschermde plantensoorten aangetroffen: kleine zonnedauw, lange ereprijs en wilde gagel. Staring Advies heeft geconcludeerd dat wanneer bij inrichtingsmaatregelen de groeiplaatsen van deze strenger beschermde soorten in het geding zouden komen maatregelen getroffen dienden te worden om negatieve effecten op deze soorten te voorkomen. Zij concludeerde ook dat als deze maatregelen niet voldoende zouden zijn een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd moest worden. In het rapport zijn mitigerende maatregelen opgenomen.
SNL-monitoring
Locatie: Gelderland
Opdrachtgever: Natuurbeschermingsorganisatie
Geldersch Landschap en Kasteelen heeft bij de Provincie Gelderland een verzoek ingediend ter subsidiëring van enkele natuurterreinen. Ten behoeve van de uitvoering van de ’Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer’, en de ‘Subsidieverordening Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap’ stelt de provincie een natuurbeheerplan op. In het natuurbeheerplan zijn de gebieden aangewezen waar men in de Provincie Gelderland een subsidie kan krijgen voor het beheer van natuur, agrarische natuur en landschapselementen. Dat beheertype is bepalend voor de invulling van de beheerwerkzaamheden binnen het gebied. Voor natuurbeheer is in het nieuwe beheerplan per perceel één beheertype aangegeven. Binnen de onderzochte natuurterreinen zijn verschillende subsidiabele gebieden aangewezen. In deze subsidiabele gebieden is door Staring Advies een onderzoek naar kwalificerende flora- en faunasoorten uitgevoerd om te bepalen of deze gebieden voldoen aan de door de overheid gestelde minimumeisen van enkele geselecteerde subsidiabele beheertypen. Er zijn meerdere Rode Lijst genoteerde plantensoorten als blauwe knoop, heidekartelblad en veldsalie tijdens het onderzoek aangetroffen.
Quickscan natuurtoets in Eibergen
Locatie: Eibergen
Opdrachtgever: Gemeente
Voor het renoveren van een schutsluis in de Berkel heeft Staring Advies een quickscan natuurtoets uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek zijn enkele tientallen exemplaren van de beschermde steenbreekvaren op de wanden van de schutsluis gevonden. De meeste aangetroffen exemplaren bevinden zich in de bovenste 30 cm van de sluismuren (de rollaag). Deze laag blijft ongemoeid bij de geplande werkzaamheden. Hierdoor blijft het grootste gedeelte van de populatie bestaan en blijven de meest vitale planten behouden zodat herstel mogelijk is. Voor de te verwijderen planten is een ontheffing aangevraagd. Aan de hand van deze potentie om te kunnen herstellen zijn mitigerende en compenserende maatregelen voorgeschreven.
Contact
Voor meer informative kunt u contact opnemen met:
- Sylvain Wamelink
T 0314-641910
E sylvainwamelink@staringadvies.nl - Rick Boerboom
T 0314-641910
E rickboerboom@staringadvies.nl
Download
Download referentielijst: Referentielijst flora en vegetatie